Fluitspel voor de XXste Eeuw

Composities

Studiewerken
Solowerken voor dwarsfluit
Kamermuziek instrumentaal - Kamermuziek gemengde bezetting
Ballet
Vocale muziek
Strijkers solo
Strijkorkest met fluit

Studiewerken:

Fluit in alle toonaarden, 3 volumes, 8 toonaarden per volume in opgaande moeilijkheidsgraad.

Solowerken voor dwarsfluit:

Suite voor dwarsfluitsolo (of altblokfluit of traverso), 5-delig met afwisselend karakter tussen de verschillende delen.

Pan en Syrinx, een diptiek voor dwarsfluit. Werd besproken in Vlaams Fluitistentijdschrift, jg.3, nr.3 (maart 1996).

Voor het Speelplezier, Vijf maal dwarsfluit alleen... voor het speelplezier. Een opeenvolging van 5 karakterstukken: Scherzo, Languendo, Allegro, La Serena, Pieno di vitalità.

Fluit Modern, stap voor stap, Een weg tot het moderne fluitspel in al zijn facetten zoals men dit vindt in de XXste-eeuwse literatuur sedert Syrinx (1912) van Debussy. In het totaal gaat het om iets minder dan honderdvijftig korte en langere solostukken voor de dwarsfluit. Dit werk is opgedeeld in 3 volumes.

Kamermuziek instrumentaal:

Divertimento't Zonnetje schijnt, een variatiesonate op een kinderliedje voor twee dwarsfluiten.

7 Misverstanden tussen 2 fluitisten, 7 duo's voor dwarsfluiten. Speels en humoristisch komen beiden partijen met elkaar in conflict maar eindigen tenslotte toch in een goede verstandhouding.

Het voorzichtige Cirkus, 12 eenvoudige duettino's voor twee dwarsfluiten. Programmamuziek die alle beginnende fluitisten enthousiasmeert en hun luisterpubliek aangenaam verrast.

Il Labirinto, trio nr.1 voor dwarsfluiten. Een vierdelig werk dat gevorderde fluitisten groot genoegen bezorgt, zowel bij het instuderen als tijdens de uitvoering.

La Schermaglia
, trio nr.2 voor drie dwarsfluiten. Opgedragen aan Jef (†) en Evelyne De Bert-Knockaert.
Een driedelig werk met in elkaar vervloeiende onderdelen. Een iets klassiekere toonspraak met afwisselend zeer welluidende samenklanken, dissonanten, imitaties, koraalschrijfwijze en variatietechnieken.

Mélisme Élégiaque
, voor piccolo (of dwarsfluit) en piano. Eendelig met centraal een cadens voor de solist.

Sonatina Piccolina, een kleine sonatine voor dwarsfluit en piano, driedelig (Mars, Pastorale, Menuet).

Kamermuziek gemengde bezetting:

Een Reiger van klei, voor voordrager en fluitist, op teksten van dichter G. Florizoone.

De Merel
, voor voordrager en fluitist, teksten en muziek van P.C. De Baere.

Kleine Wereld
, voor voordrager en twee fluitisten, teksten en muziek van P.C. De Baere. Vijftien korte gedichten, afgewisseld met vijftien korte duo's.

Ballet

Pas de deux, ballet voor danspaar en dwarsfluitspeler. Eendelige compositie met virtuoze fluitpartij. Vrije choreografie.

Vocale muziek:

in voorbereiding

Strijkers solo:

Variaties op een thema van Dirk Sweelinck voor cello solo
in voorbereiding

Strijkorkest met fluit:

Concertino voor 2 fluiten, strijkers en basso continuo
in voorbereiding

naar boven

Fluit

Toelichting bij de diverse composities

Fluit in alle toonaarden

Dit werk stelt de traditionele fluittechnieken voor. Men kan zich afvragen of zoiets wel op zijn plaats is bij uitgeverij Fluitspel voor de XXste eeuw. Welnu, het klinkt als een paradox maar toch blijkt dat een accurate uitvoering van moderne XXste eeuwse fluitmuziek slechts mogelijk wordt, wanneer men beschikt over de speeltechniek ontwikkeld tijdens de eeuw die eraan vooraf ging. De uitvoerder moet over een aantal noodzakelijke kwaliteiten beschikken zoals precisie, snelheid, correct ritme, intonatie, adembeheersing. Evenmin als in de bouw van het instrument (sedert Th. Böhm) kan men in de fluitliteratuur en de techniek een breuk tussen XIXde en XXste eeuw situeren.

Leerlingen vinden oefeningen zelden aantrekkelijk. Om die tegenzin wat te omzeilen (zonder oefenen krijg je tenslotte geen deugdelijk fluitspel) vatten deze bladzijden de gang naar een goede motoriek en technische vaardigheid op als een afwisselende weg met korte excursies. Daarin worden problemen van vingervaardigheid en blaastechniek aangepakt. Natuurlijk komt er nog méér aan bod: hoe zit dat ook weer met die toonladders, en wat met de eigen creativiteit, de adembeheersing, de toonvorming en het ritmegevoel... Voor dat alles is per toonaard een plaatsje voorzien. Tenslotte sluit een recreatief stukje het deel van elke toonaard af.

De lay-out is zakelijk en efficiënt opgevat zodat je in één oogopslag overziet wat met een bepaalde toonaard te maken heeft: dat staat op twee naast elkaar afgedrukte pagina's.

In het eerste volume wordt een woordje tot de docent gericht: waarom leerlingen aanzetten tot technisch studiewerk als er toch zoveel fluitliteratuur te genieten valt? De korte toelichting van het tweede deel legt de ordening van het toonladdersysteem uit aan de hand van de kwintencirkel. In het derde bundel leest U hoe een toonladder opgebouwd is, en op welke manier de toonaarden onderling verwant kunnen zijn. Aldus krijgt men een verantwoording van alle muziek die in de drie volumes aan bod komt.

De verdeling van de 24 toonaarden over de drie volumes berust niet op muziektheoretische overwegingen, maar op de moeilijkheidsgraad om die toonaarden op de fluit uit te voeren: van makkelijk naar moeilijk.

Fluit in alle toonaarden - voorbeeld

Volume 1 (4), toonaarden F, a, D, d, G, g, C, e. (Deze bundel werd besproken in het Vlaams Fluitistentijdschrift, Jg.3, sept. 1995).
Volume 2 (5), toonaarden A, b, Es, fis, Bes, E, c, As. (Zie in het Vlaams Fluitisten Tijdschrift, Jg.4, nr.2, dec.1996, p.45).
Volume 3 (6), toonaarden cis, H, f, gis, es, bes, Fis, Cis.

Prijs: elk volume € 15

naar boven

Porceleinen bord

Suite voor fluitsolo (6-7)

Deze Suite is geschreven op uitnodiging, en het thema dat de bouw van alle delen schraagt is een letterafkorting van de voornaam Greta: sol, re, la (G, D, A).

Ilse Vromans verzorgde de eerste uitvoering in kunstgallerij Arta in aanwezigheid van o.a. Hedwig Speliers, Roger Raveel en Roland Jooris (Eernegem, 14/12/97).

Drie centrale delen worden gevat tussen een prelude en een postlude die elkaar in herinnering brengen. Vóór het centrale arioso klinkt een andantino, tegelijk melodisch en bewogen en op het arioso volgt een snel en beweeglijk rondeau.

De opbouw van het werk is symmetrisch, de toonspraak neotonaal en de expressie bestrijkt een breed veld van introverte en extraverte emoties.

Het werk kan uitgevoerd worden op altblokfluit, traverso of dwarsfluit.

Prijs: € 10

naar boven

Pan en Syrinx (6-7)

Het buitenmuzikaal gegeven van dit diptiek is ontleend aan de befaamde Metamorfosen van Ovidius. Deze romeinse auteur vertelt ons over de dolle verliefdheid van de sater Pan op Syrinx, een nimf. Het inspirerend verhaal stimuleerde de fantasie van talrijke kunstenaars. Hier brengt de componist een muzikale evocatie van twee episodes uit de vertelling. Eerst komt De Achtervolging, daarna De Klacht.

"Dit prachtige solowerkje is ideaal om de leerlingen van de hogere graad in contact te brengen met het solorepertoire voor fluit." (Uit Vlaams Fluitistentijdschrift, jg.3, nr.3, 1996, blz. 41). Hoewel de partituur geen beroep doet op een zeer virtuoos kunnen, reikt de ambitie van deze compositie toch verder dan de ruimte van het leslokaal...

Prijs: € 8

naar boven

Fluit modern, stap voor stap

De titel van deze drie bundels geeft te denken dat ook hier een didactische doelstelling nagestreefd wordt. Dat klopt niet helemaal. De moeilijkheidsgraad verschilt per bundel, maar binnen elk volume komen makkelijke en moeilijkere stukken voor. Hun lengte varieert echter, en soms valt slechts een enkel probleem te verwerken (bv. in de Miniaturen), wat het instuderen zeer vergemakkelijkt. Hier is geen sprake van doorgedreven technische oefeningen want de speelvaardigheid is niet het belangrijkste. Het doel ligt in het verklanken van hedendaagse muzikale inhouden. Een waaier van melodieën, ritmes, toonaarden en toonsoorten... komt aan bod. Elk volume leidt U op een andere manier in, in het moderne fluitspel.

Volume 1, 111 Miniaturen (2-3), (4-6), (7). In een notendop krijgt U een idee van diverse stijlen: neo-classicisme, dodecafonie, atonaliteit en polytonaliteit. Vele soorten muzikale karakters wisselen elkaar af zodat stukjes kunnen samengeregen worden tot Suites. Die zijn zeer geschikt om voor een publiek gebracht te worden. Men vindt een summiere bespreking van deze bundel in het tijdschrift Vlaanderen (nr. 262, 1996).

Volume 2 (3-5). Een twaalftal recreatieve studies vergezeld van verklaringen over speelwijze en schrijfstijl. Opgedragen aan de eerste uitvoerder ervan, Eric Dequeker. Sommige thema's uit deze stukken laten zich in andere composities (o.a. in de trio's) nog eens horen.

Volume 3, drieëntwintig preludes, nocturnes en intermezzi, waaronder enkele concertstukken (5-6), (7-9).

Prijs: elk volume € 15

naar boven

Houten fluiten

't Zonnetje schijnt

Variatiesonate op een kinderliedje voor 2 dwarsfluiten. (7-8) "Een flinke boterham, in de beste traditie van Tulou en Gariboldi...", met de onontbeerlijke hedendaagse accenten maar zonder goedkope virtuositeit.

Een werk vol humor en ernst, fantasie en melodieuze vindingrijkheid en met in de finale een schalkse inbreng van aleatoriek: een veertiental variaties zijn gespreid over een opgewekt eerste deel, een bezonnen middendeel en een nerveus slotdeel.

Klassiek door zijn drievoudige opbouw en het aanhouden van tonale structuren, valt de compositie probleemloos in het gehoor van een breed publiek. Het thematisch materiaal gaat terug op een vroeger werk van P.C. De Baere, verschenen bij uitg. Scherzando, Antwerpen, Hommage aan G. Tromlitz, een divertimento voor fluitsolo.

Prijs: € 20

naar boven

7 Misverstanden tussen 2 fluitisten (5-8)

In kamermuziek staat samenspelen centraal en dat vereist van elke uitvoerder, naast de noodzakelijke muzikale talenten, een psychologische dispositie die verstandhouding in de hand werkt: inspiratie, bereidheid tot overleg, acceptatie van een ander dan het eigen idee, aanpassingsvermogen, vlugge reflexen om in te spelen op een onvoorziene toestand... U vraagt zich terecht af waarom niet iedereen muziek en kamermuziek dient te studeren om tot een wijs lid van de samenleving uit te groeien!

In deze zeven duo's wordt op humoristische manier een aantal psychische problemen van de kamermuziekactiviteit muzikaal gestalte gegeven. U kunt er zich dus aan verwachten dat de nadruk veeleer op muzikaliteit, strategie en intelligentie zal liggen, dan op virtuositeit en technische hoogstandjes.

Het samenspel is in deze duo's allerminst voor de hand liggend. Daardoor is dit werk als oefening in zichtlezing minder aangewezen.

Afwijkend gedrag, koppigheid, concurrentiestrijd, vals spelen, tegendraadsheid, slordigheid, en tenslotte toch... eensgezindheid, zo zou je de verschillende psychische variaties kunnen noemen die deze cyclus vorm geven. Voor intelligente uitvoerders!

Prijs: € 12

naar boven

Het voorzichtige Cirkus (2-4)

Dit is een suite van 12 plezierige duettino's voor twee dwarsfluiten. Ze zijn eenvoudig en gemakkelijk, niet alleen voor de uitvoerders maar ook voor een luisterend publiek dat ze om hun afwisseling van speelwijze en onderwerp steeds amusant vindt. Het gaat om suggestieve, beschrijvende muziek die 12 dieren, personages of scènes van het cirkusleven evoceert: paarden, poedels, een slangenvrouw, de goochelaar, een danseresje, de clowns en acrobaten,... en het melancholieke meisje herinnert door het karakteristieke siciliano-ritme, aan Colombine,een personage uit de Italiaanse Commedia dell' Arte (XVIIIde eeuw).

Een opgewekt en lichtvoetig divertimento.

Prijs: € 12

naar boven

Il Labirinto, trio nr.1 voor drie dwarsfluiten (7-8)

Wanneer men alle conventionele middelen van de klassieke muziek te hulp roept en die met elkaar combineert, is het verbazend vast te stellen welk een eigentijds klankenpatroon daaruit kan resulteren. Een componist hoeft werkelijk niet zijn toevlucht te nemen tot luisteronvriendelijke procedés (dodecafonie, serialisme, bruitisme, aleatorische technieken, etc.) om een vernieuwend discours uit te werken.

Dit eerste dwarsfluittrio ontgint de klassieke bouwstoffen en komt door ongewone variaties en combinaties van beproefd muzikaal materiaal tot een oorspronkelijke toonspraak. Zo vindt U in dit werk een sonatevorm als bouwschema van het eerste deel en o.a. een tangomelodie zorgt er voor schwung. Het tweede deel vindt een ingetogen stemming in een koraalmelodie met een variatie. Dat evolueert in de volgende beweging tot een melodieus maar ongerust afwachten (L'Attesa). En als slot volgt, inderdaad erg ongebruikelijk, een scherzo met in de laatste maten de combinatie van drie maatsoorten en drie ritmepatronen. De uiteindelijke conclusie van het werk is zo conventioneel als maar kan, een unisono. Maar welk een labyrint werd doortrokken om daartoe te komen...

Prijs: € 20

naar boven

La Schermaglia, trio nr.2 voor dwarsfluiten (7-8)

In dit trio wisselen ernst en luim elkaar af.
In het begin sluiten twee langzame bewegingen bij elkaar aan: in een smeltkroes van kleurrijke akkoorden ontplooit zich geleidelijk de muzikale hoofdgedachte van het trio. En plots is daar het degengevecht, la schermaglia, tussen de drie solisten: met gelijke wapens, variantes van het hoofdthema, voeren ze samen de gekste bewegingen uit binnen de perken van een strak ritme en tempo. Tot ze eensgezind het strijdperk wisselen voor een kermiswalsje: een melodie met begeleiding alsof ze met z'n tweeën waren. Genoeg ironie en muzikale grapjes om de humoristische kant van dit trio te laten horen. In die opgewekte stemming duikt de zangerige versie van het basisthema weer op. Het ontplooit zich tot een koraalmelodie die gevarieerd wordt. De slotvariatie brengt de bezinning en de thematiek van de aanvang in herinnering. Het trio sluit af als een drieledige ABA'-structuur, gebaseerd op een consonant drieklankakkoord in grondligging en met zijn twee omkeringen. En ook de expressie draait om drie polen: muzikale ernst, humor en ratio.

Prijs: € 20

naar boven

Mélisme élégiaque voor piccolo (of een octaaf lager voor dwarsfluit) en piano (6-7)

Dit stuk met drie in elkaar overlopende geledingen behandelt de piccolo slechts gedeeltelijk op de traditionele wijze. Alleen de middencadenza voor de solist herinnert aan de spitante en acrobatische speelstijl die men van het instrument verwacht. Dit onderdeel vereist dan ook de nodige virtuositeit. De hoekgeledingen daarentegen klinken eerder lyrisch. Ze verwachten van de solist een ongebruikelijke zangerige stijl die een ware vertrouwdheid met het instrument veronderstelt.

Schrijfwijze en harmonieën knopen aan met het impressionisme. Het stuk vormt een muzikale meditatie bij het schilderij Vénus élégiaque van de Duitse kunstschilder Lovis Corinth (1858-1925). Het werd op de omslag gereproduceerd.

Prijs: € 10

naar boven

Sonatina Piccolina, voor dwarsfluit en piano (3-4)

Een besliste mars, een sfeervolle pastorale en een ietwat tegendraads menuet (de heer schijnt wel op de tenen van de dame te trappen) vormen deze sonatine: de thema's en de tempi verschillen op de gepaste manier van elkaar, maar of het geheel echt een brave klassieke stempel draagt is zeer de vraag. Wat wél om de hoek komt kijken zijn de speelsheid, het muzikale grapje en de eenvoudige lyriek van veel XVIIIde eeuwse muzikale duo's. De fluitpartij vereist minder kundigheid dan die van het klavier (7-8).

De klavierbegeleiding is geschikt om, mits een adequate registratie, ook op het orgel tot zijn recht te komen. In een ruimte met wat nagalm (zoals een kapel of kerk) schept dit werk een bijzonder aantrekkelijke atmosfeer.

Prijs: € 18

naar boven

Chinees tafelscherm

Een Reiger van Klei (7-8)

In deze pastorale smelten muziek en poëzie samen tot een geheel: voordracht en muziek zitten in elkaar verweven en evoceren het landelijk leven in de polders.

De teksten zijn afkomstig uit de gelijknamige bundel Een Reiger van Klei, geschreven door Géry Florizoone (1923-1986). De creatie van het werk vond plaats tijdens het poëziefestival te Beauvoorde met als voordrachtkunstenaar Joris Dombrecht (18 juni 1983).

Het muzikale aandeel heeft een overwegend lyrisch karakter en evolueert nu eens solistisch, dan weer als kleurrijke achtergrond bij de voordracht.

Duurtijd ca.15'.

Prijs: € 15

naar boven

De Merel (7-8)

Zoals in Een Reiger van Klei gaan in De Merel de spreekstem en de dwarsfluit samen en vormen een soort duo waarvoor men weinig historische antecedenten vindt.

We noemen het een typische kamermuziekformatie, omdat het ritme van het gesproken woord en de tekstverstaanbaarheid nog meer dan in vocale muziek de leidraad vormen. Het gaat om een intiem genre. Liefst versterkt men de stem niet zodat een evenwichtige balans tussen beide uitvoerders bewaard blijft. Toch werden met goed resultaat uitvoeringen in grote ruimtes gerealiseerd waarbij het technisch versterkt stemgeluid in evenwicht kwam met een voordelige nagalm voor de dwarsfluit.

De Merel huldigt een modernere toonspraak dan Een Reiger van Klei.

Duurtijd ca.10'.

Prijs: € 10

naar boven

Indische fluitspeler

Pas de Deux

Ballet voor danspaar en dwarsfluitspeler. (8-9) Het gegeven van het ballet wordt weinig gepreciseerd, en draait om de verhouding tussen man en vrouw. De choreografie staat niet vast en houdt slechts rekening met enkele algemene richtlijnen. Tijdens de uitvoering spelen de dansers op elkaar in. De fluitist heeft, als derde uitvoerder, zijn plaats op de scene. Hij maakt het levenschenkend beginsel voor de dansers uit. Hij kan uit het hoofd spelen, maar dat hoeft niet. Indien er een muzieklessenaar op de scene staat, is dat het enige rekwisiet voor de enscenering.

Duurtijd ca.7'.

Prijs: € 10

naar boven

Franz Liszt, karikatuur.

Concertino voor 2 fluiten, strijkers en basso continuo

In voorbereiding.

Kongolese sanza

Een kiemvrij Taalgehucht

Dit poëtisch en autobiografisch gekleurd verhaal van de Oostendse dichter Roger Devriendt (1948-19 ) werd door P.C.De Baere met fluitmuziek opgeluisterd. Voor recitant en fluitist.

Uitgave in voorbereiding.

naar boven